Schatgraven
Schatgraven
“Goedemorgen kinderen, hebben jullie een fijn weekend gehad?”, vraagt juffrouw Carla,
De kinderen kakelen allemaal door elkaar.
“Het lijkt hier wel een kippenhok”, lacht Carla. “Zullen we één voor één vertellen en naar elkaar luisteren?”
En zo vertellen een aantal kinderen wat ze dat weekend hebben meegemaakt. Lisa was naar de Efteling geweest, Jelle ging bij zijn oma op bezoek in het bejaardenhuis, Emma had met een grote groep kinderen buiten gespeeld en Joris had met een kinderfeestje schat gegraven.
“En wat zat er in de schat, Joris?”, vraagt juf Carla.
Nou… een briefje.
Vertel het verhaal eens verder, Joris. Je maakt ons wel nieuwsgierig.
We moesten allemaal een schep meenemen naar het feestje. We kregen een piratendoekje op ons hoofd en we kregen een schatkaart mee. Daarop stond precies hoe we moesten lopen. De route liep door een woonwijk naar een bos. Bij een boom met een afgeknapte tak, die bijna de grond raakte, moesten we het bospad in lopen. En zo waren er nog een heleboel tekens op de kaart, die ons naar een hele dikke omgevallen boom wees. Je kon de hele onderkant van de boom zien, met een heleboel wortels. Volgens de kaart moest daar de schat begraven liggen. We waren met zeven jongens en we begonnen allemaal te graven. Er ging een uur voorbij en we waren best moe. Gelukkig vond Niels, de jarige job, het kleine kistje heel diep in de grond. Hij maakte het open en er zat een briefje in.
Wat stond erop? vraagt juf Carla, die op het puntje van haar stoel zit.
Er stond een hart met een diamant erop getekend. En twee woorden ernaast: Stilte en dankbaarheid. We wisten eerst niet zo goed wat we ermee moesten doen. De diamant op het hart maakte ons wel nieuwsgierig. Was de getekende diamant de schat? Zou de schat in ons eigen hart zitten? Maar hoe moesten we die dan vinden?
Toen zei Niels: Aha, ik denk dat de woorden die erbij staan ons kunnen helpen. Sluit je ogen maar eens en let alleen op je adem. Dat heb ik eens van mama geleerd. Eens kijken of we dan stil worden van binnen.
Nou, bij mij lukte het niet zo goed om stil te zijn van binnen. Zoveel verschillende gedachten schoten door mijn hoofd, maar toen ik verzon dat de gedachten op een wolkje wegvlogen, werd het ineens een stuk rustiger.
Toen zei Niels het tweede woord: Dankbaarheid. Hij vroeg ons of we wilde voelen waar we allemaal dankbaar voor waren in ons leven, terwijl we nog steeds onze ogen dicht hadden en in stilte waren. O, wat was er veel waar ik dankbaar voor was; voor mijn papa en mama, voor ons gezellige huis, voor het strand, de bomen, de lucht, de zon, voor de kinderen uit mijn klas, voor mijn gezondheid en nog veel meer. Ik merkte dat er heel veel warme gevoelens in mijn hart kwamen, alsof mijn hart van binnen groeide. Na een poosje deden we onze ogen weer open en we zagen in elkaar dat onze ogen straalden.
Ik kon alleen nog maar aan het woord 'liefde' denken. Volgens mij is dat de diamant in mijn hart, zei ik tegen de andere jongens.
Ze glimlachten naar me en zeiden dat ze hetzelfde gevoeld hadden. We gingen blij terug naar het huis van Niels en wat waren we dankbaar voor de heerlijke pannenkoeken die we van zijn moeder kregen.