Het Glimlachlicht van de Zoete Moeder
In de schemerige gloed van de Sint-Jan in Den Bosch dwaalde Evi, een zesjarig meisje met rode krullen en grote nieuwsgierige ogen, tussen de menigte door, die de kerststal kwam bezichtigen.
Haar ouders waren even uit het zicht verdwenen, maar Evi voelde geen angst. Ze voelde een onverklaarbare kriebel in haar buik en een warme kracht trok haar naar het beeld van de Zoete Moeder. Evi keek gebiologeerd naar haar ogen, die leken te twinkelen in het kaarslicht.
En toen er even niemand keek, stroomden plots duizenden glinsterende sterretjes uit de staf van het beeld, die leken te dansen als vuurvliegjes in een betoverende stille nacht.
Ze zweefden over Evi’s hoofd en lieten haar stralen als een kleine zon.
Een heldere stem die klonk als een lieflijke melodie in haar hart, zei:
“Deel deze glimlachlichtjes met heel Den Bosch, lief kind.”
Met een glimlach die vanbinnen gloeide, stapte Evi terug naar haar ouders, haar kleine voetjes dansend over de oude stenen van de kerk.
Evi dacht aan de woorden die ze zojuist zo duidelijk hoorde. Als vanzelf raakte ze de mensen die ze tegenkwam teder aan en ze schonk iedereen een innemende glimlach, die ze vanbinnen zo intens voelt. Sommige mensen merkten niet veel, maar de meesten voelden een tinteling vanbinnen die hen binnen een fractie van een seconde een glimlachgevoel gaf. Op een magische manier raakten alle mensen ‘besmet’ met een licht, dat ze meteen doorgaven aan anderen in hun omgeving, zonder dat ze het zelf doorhadden.
Eenmaal buiten op de Parade, luisterden Evi’s ouders vol verwondering naar haar verhaal. Eerst geloofden ze haar niet, maar toen Evi hun gezicht tussen haar kleine handjes hield, verdwenen alle twijfels en besloten ze onmiddellijk om haar te helpen.
Op de bruisende kerstmarkt, waar kraampjes met warme chocomel en oliebollen de lucht vulden met zoete geuren, raakte Evi voorzichtig de hand aan van een oude mokkende man. Zijn norse gezicht brak open in een glimlach, en hij begon spontaan een kerstlied te neuriën. Ook andere mensen voelden zich plotsklaps zacht vanbinnen en hun persoonlijke drama’s leken op te lossen in het glimlachlicht, zelfs bij de grootste Bossche ‘koekwaus’ en ‘broaierd’!
Vervolgens gingen ze naar de Uilenburg. Daar raakte ze het water van de Binnendieze aan, waardoor de sterretjes van de Zoete Moeder onder de stad door konden vloeien.
Ook gingen ze naar het Centraal station, naar enkele scholen en verzorgingstehuizen, waar de glimlachlichtjes hun weg vonden. Van de Bossche burgemeester mocht ze even zijn ambtsketen dragen, maar dat wilde ze per se niet. Ze zei: “Iedereen is gelijk.”
In een tijd waarin de wereld soms kil en verdeeld leek, bracht Evi’s glimlachlicht de mensen van Den Bosch samen, als een warme deken van hoop en liefde. Op kerstavond, terwijl de klokken van de Sint Jan over de stad galmden en een ster boven de toren schitterde, leek heel Den Bosch te stralen met een warme gloed, alsof de sterretjes van de Zoete Moeder in ieders hart twinkelden. En de Zoete Moeder? Haar mondhoeken krulden wat verder omhoog en ze pinkte stiekem een traantje van geluk weg, omdat ze haar kerstkindje tussen het publiek van de kerststal gevonden had.
Dit verhaal werd in dec 2025 gepubliceerd in: Een Bossche Kerst.